11 september: Openbare vervoering
Dus af en toe zwijg ik. Ik sluit mijn ogen en ik geniet. Dat is voldoende.
Komt er een groep toeristen aangelopen. Nu heb ik niets tegen groepen toeristen, die mogen er ook zijn en foto's nemen en lawaai maken en met paraplu's staan zwaaien om elkaar terug te vinden. Gezellig. Maar deze groep toeristen was van plan om de hele stoep in te palmen. Een kudde buffels die op me af kwam. Ik plaatste mezelf zo dat ze langs me heen konden, lees: ik drukte me bijna plat tegen de muur aan. En toch slaagden 6 mensen erin om tegen me aan te lopen. Toeristen met minieme motorische vaardigheden en/of geen ogen in hun doppen zijn fucking assholes.
Ik zit op een bankje, even wat uit te rusten. Komt er een vrouw naar me toe, die vraagt om kleingeld. En ik had geen kleingeld, eerlijk waar. Ik geef af en toe wel eens kleingeld hoor, aan mensen die muziek maken op straat, of een kunstje doen, whatever. Zelfs een beetje zielig met je hond op straat gaan liggen vind ik zelfs al acceptabel genoeg om wat kleingeld van mij af te troggelen. Eerlijk waar. Maar soit, ik had dus geen kleingeld (en zelfs geen briefjes, ik was helemaal hip creditkaarterig), dus ik kon ook niks geven. En ik had eigenlijk ook helemaal geen zin om iets te geven. Ik was een beetje in een misantropische bui aan het raken, namelijk. Dus ik zeg tegen dat vrouwmens: ik heb geen kleingeld. Simpel. Kijkt ze me niet-begrijpend aan. J'ai pas de la monnaie, zeg ik. Misschien verstaat ze me als ik mijn beste Frans bovenhaal, denk ik dan. Nog niet. Ze blijft me onverstoorbaar aanstaren. Ik probeer eens in het Engels. Ik doe van 'hey, mijn zakken zijn leeg'. Zelfs gebarentaal helpt niet. Ze blijft voor me staan. Ik zucht. En omdat ik me dan plots erg oncomfortabel ga voelen op m'n bankje, sta ik maar op en loop ik verder. Arrogant wijf.
In de trein. Er zijn minstens nog tien andere zitplaatsen in de coupé. Dat is echt niet overdreven. Ik zet mijn tas even naast mij zodat ik mijn treinkaart kan zoeken. Hoor ik ineens gezucht naast me. Een libelle-trut die zich om één of andere vreemde reden op mijn plekje wil placeren. Godweetwaarom. Zie ik er misschien uit als een plaatsjesopwarmer. En in plaats van te vragen of ik een plekje wil opschuiven, blijft ze daar staan staren naar mij. Ik staar even terug, en rol eens met mijn ogen naar de andere lege zitplaatsen (waarvoor ze niet iemand anders zijn zeteltje hoeft af te pakken) maar blijkbaar heeft ze haar zinnen gezet op mijn plaatsje. Met een diepe diepe zucht verplaats ik me dan maar. Kankertrut.
Dag wereld. Ik ben Babs, ik ben 1m83 groot, en ik wil ook mijn plekje in de wereld. En misschien kan dat wel. Maar vast niet in Brussel.
Ik ben nu al een tikkeltje zenuwachtig voor mijn eerste schooldag. Ik moet bedenken wat ik ga doen. Brainstormen. Opzoekingswerk verrichten. Papieren in orde brengen. Telefoontjes plegen. Belangrijke zaken regelen. Lesvoorbereidingen maken. Oefenen en aantekeningen maken en analyseren en synthetiseren en …
gut, ik voel me plots weer een student.
Toen de show uiteindelijk begon (7 uur later) werden we toch allemaal een beetje zenuwachtig. (hoewel sommigen om ter hards riepen dat ze dat niet waren, ik inclusief.) We werden gekeurd, en klaar bevonden. Let the models out! En zo geschiedde het: als volleerde catwalkbeesten liepen we op de witte loper, in outfits van om en bij de 2000 euro per persoon. De schoenen en accessoires niet meegerekend. *slik*
Toen de show gedaan was werd het nog gezelliger: we kregen champagne (net als echte modelllen), we praatten over liefde en lust en baby's en drugs en koetjes en kalfjes (net als echte modellen) en iedereen flirtte met iedereen (net als echte vrienden).
Toen ik 4 uur later mijn laatste glaasje champagne opgeslurpt had, besloot ik dat het genoeg geweest was voor mij. Als gezellige afluiter van de dag, ging ik even later bij een vriend nog een filmpje kijken. Maar nog voordat de film goed en wel begonnen was, stommelde ik stante pede in slaap. Want model zijn is vooral heel erg vermoeiend.
Inderdaad lieve kindertjes, ik heb een kauwgom in mijn mond. Dat is omdat ik vanmorgen mijn tandjes nog niet gepoetst had, omdat ik geen tijd meer had. Ik was namelijk een beetje te laat opgestaan, lieve schatten, omdat ik pas om 4u 's nachts gaan slapen was. En daardoor was mijn hele ochtendplanning in de war. Ik heb toen snel mijn kleren aangetrokken, en ben naar de bushalte gefietst, waar ik tien minuten op de bus heb staan wachten, en toen maar lekker verdergereden ben met de fiets, omdat ik toch wel een beetje paniekerig begon te worden dat de bus niet meer zou komen. Inderdaad, kindertjes, juffrouw Babs is helemaal tot in Alken gefietst, tot aan dit kleine schooltje. Toen juffrouw Babs al even onderweg was met haar fietsje, is de bus dan toch aan haar voorbijgereden, en juffrouw Babs heeft toen een stout woordje gezegd, maar dat even terzijde. Juffrouw Babs fietste toch maar lekker verder, helemaal naar hier, toch wel zo'n 8 kilometers. Bergop. Juffrouw Babs is onderweg ook nog een beetje de verkeerde richting op gereden, waardoor ze enkele kilometertjes extra heeft gefietst, en dat vond juf Babs minder leuk, jawel. Maar gelukkig is de juf er toch nog geraakt. Wat? De reden waarom ik pas om 4 u 's nachts gaan slapen ben? Natuurlijk wil ik dat even verduidelijken. Juffrouw Babs was namelijk gisterenavond ook nog gaan werken, en ze was met haar trouwe vriend, de fiets, gereden tot waar een mevrouw haar kwam ophalen. Toen zijn ze samen verdergereden. En op haar andere werk heeft juf Babs allemaal behaatjes en onderbroekjes moeten aandoen, en die aan andere mensen moeten laten zien, zodat de mensen die onderbroekjes en behaatjes zouden willen kopen. Dat is een gek werkje eh? Maar laat ik bij het verhaal blijven, want juf Babs dwaalt nogal eens snel af. Die mevrouw van daarstraks zette de juf af bij haar huisje, toen ze gedaan hadden met centjes verdienen. Maar toen gebeurde er iets ergs. Juffrouw Babs vond haar sleutels niet meer. En die had ze nodig om in haar huisje binnen te kunnen. Juffrouw Babs heeft toen een beetje moeten huilen. Nadat juf Babs gedaan had met huilen, heeft ze al haar vriendjes opgebeld, zelfs de vriendjes die in Amerika zitten. Dat is een land hier ver vandaan. Juffrouw Babs wou namelijk weten of er misschien nog iemand anders met een reservesleutel in de buurt was. Uiteindelijk, na enkele telefoontjes met verschillende mensen, heeft de juf dan iemand gevonden, haar lieve zusje, die haar kon helpen. Juffrouw Babs werd toen weer een beetje blij. Het zusje van juffrouw Babs is toen naar de fiets gereden, met haar autootje, en zag toen dat de sleuteltjes van juf haar huisje nog mooi op het slot van de fiets zaten. Oh, wat een domme domme juf. Maar de juf was wel heel blij, en ze deed een vreugdedansje. En zo geraakte juf Babs dan toch binnen in haar huisje. Toen de juf uiteindelijk binnen was, heeft ze nog zitten schilderen aan de zon die jullie nu zo mooi voor jullie hebben staan. Juffrouw Babs heeft er zelfs mooie overgangen in gemaakt, en een sprankeltje oker gebruikt voor een realistisch effect. Zien jullie dat, lieve kinders? Nee eh. Dat zien jullie niet. Jullie zien wel dat ik nog rode verf aan mijn vinger heb hangen, en jullie denken dat dat bloed is. En jullie zien dat ik een oranje stickertje op mijn truitje heb hangen. En dat ik een kauwgom in mij mond heb, dus. Oh schatjes, jullie zijn zo opmerkzaam. Ja, alle tweeëntwintig. Maar dat is dus het verhaal waarom ik zo laat mijn bedje ben ingegaan, en waarom ik nu kauwgom in mijn mond heb.
Dit had ik kunnen zeggen. Eén seconde bedenktijd...
'Juffrouw Babs mag dat wel. Als jullie later volwassen zijn mogen jullie dat ook wel.'
22 september: herfst
'hoe gaat het met je?'
'Oh, alles goed. Prima. Dankje.'
23 september: kattebel
Het gaat op en af. Gevoelens kan je niet tegenhouden, ook niet met je verstand. Maar haar verstand neemt het toch over. Het kan niet, ze wil het niet, het mag niet. Het is niet de macht van het verbodene, waardoor hij leuk wordt, dat zeker niet. Het is niet dat ze het toelaat, want het mag niet in haar hoofd. Ze weet niet hoe het komt, maar het is er wel. Ze wil het helemaal niet. En ze wil het wel.
Hij is er, de muziek is er, en ze geniet ervan. Ze drinkt nog een wijntje. Ze probeert het gevoel weg te spoelen, maar hoe meer alcohol ze in haar bloed krijgt, hoe sterker de emoties worden. Ze nemen de macht over. Tot het moment waarop ze besluit dat het zo niet kan. En in plaats van een domme beslissing te maken, maakt ze een nog dommere. Zo kent ze zichzelf wel weer.
Zij blijft. Hij gaat weg. En dan gaat zij weg. Met een ander. Omdat lust is zoveel gemakkelijker is, dan liefde.
5 opmerkingen:
Wat een lange post!
Je bent wel een drukke meid, amai!
Gelukkig lijk je je wel fel te amuseren.
djeez, ik dacht dat er chaos in mijn leven en hoofd zat... you win this game.
hilarisch! Gut, wat heb ik jou gemist :)
prachtige stukje van juffrouw Babs hihih!
hahah!
Een reactie posten