vrijdag 24 augustus 2007

this city's on my side

(Nota: Deze tekst is louter fictie. Toevallige overeenkomsten met de realiteit dienen dus als niet-bestaande te worden beschouwd. Indien mensen zich hierin herkennen: you're so vain, you probably think this blog is about you! Er werden geen dieren verwond tijdens het maken van deze blog.)

Ohja, de soundtrack:



Twee maanden later
: een heel kort liefdesverhaal.


Als ik van het huis naar de metro loop, hou ik nog even halt bij de winkel. Ik haal snel een ontbijtje uit, onder de vorm van fruitsap en een meergranenpistolet. Onbewust moet ik denken aan hoe mensen je persoonlijkheid willen raden aan de hand van wat er in je winkelmandje ligt. Dan ben ik gezond. Simpel en normaal en gewoon. Het is fijn dat te denken.

In ons mandje lag een heleboel. We hadden het samen uitgekozen. Het was allemaal voor ons: lekkere broodjes, vis, chocolade, fruit, wijn. En grappige bekertjes. We lunchten op het gras in het park. De zon scheen, en ik lag naast jou en jij lag bij mij. Het was allemaal voor ons.

In de metro komen zakenmannen binnen en stappen weer af. Oude vrouwtjes klauteren het metrostel op, kleine kindjes springen er weer uit. Met mijn ene hand hou ik me vast om mijn evenwicht te bewaren, de andere steek ik nonchalant in mijn zakken. Ik ga mee met het ritme. Iemand maakt een praatje met me. Ik luister. En dan zijn we aan het centraal station. Mijn uitstapplaats.


Het eindigde. Als een slag in mijn gezicht. En het deed pijn. Maar de pijn verdwijnt, en er komen andere gevoelens voor in de plaats. Boosheid, onverschilligheid, wraak, verdriet, aanvaarding, geluk, vrolijkheid. Zo gaat dat. Gevoelens zijn cirkelvormig.


In het station is het een drukte van jewelste. De gang van de metro naar de trein is gekleurd door vrolijke kraampjes. Ineens hoor ik gezang achter me. Ik verwacht dat het twee meisjes zijn, maar als ze me voorbijlopen, zie ik dat het er maar eentje is. Enkelvoud. Ze loopt voorbij, en ze zingt. Het is geen zuiver zingen, allesbehalve zelfs, en ze heeft haar koptelefoon op, dus het klinkt een beetje luid. Onvrijwillig moet ik toch even glimlachen. Lieve gekke mensen.


Je vond me maar raar, denk ik. Ik ben ook een beetje raar, dat durf ik eerlijk toe te geven. Maar uiteindelijk is iedereen dat wel. Ik niet meer dan een ander. Alleen anders.


Omdat ik nog een halfuur moet wachten op mijn trein, loop ik nog snel even binen bij de krantenwinkel, voor sigaretten en wat leesvoer. De man aan de kassa zegt dat ik een erg mooi meisje ben. Hij vertelt me dat hij maar 1 meter 50 is, en nu zelfs op een verhoogje staat, dus dat hij helaas te klein is voor mij. Ik bevestig dat. We lachen even, en hij wordt zelfs een beetje verlegen.


Ik was verlegen als ik bij jou was. Ik deed al de moeite van de wereld om goed over te komen. Om perfect te zijn. Maar hoe harder ik probeerde om perfect te zijn, hoe meer ik jou aan het verliezen was. En mezelf.


Een halfuur later zit ik op de trein, en ik besef plotsklaps weer hoe fijn ik treinen wel vind. Auto's ook. Ik word er gelukkig van, en rustig, mezelf laten meevoeren. Het altijd bewegende landschap, om naar te staren. En na te denken. Over niets. Over alles.


Het is fout gelopen. Ergens onderweg. Sommige dingen gaan voorbij. Zo snel als ze begonnen zijn. Het overvalt je plots. Je kan het niet kiezen, je kan het niet zelf bepalen, en vooral: je hebt er geen controle over. Daar had ik het moeilijk mee. Heel even. Nu niet meer.


En dan kom ik aan. Ik wandel naar huis, de weg die ik altijd neem. Dezelfde huizen, dezelfde straten, dezelfde grond onder mijn voeten. Ik glimlach, en mijn weerspiegeling in de ruiten lacht terug naar mij. Ik ben luidop aan het zingen, de hele stad kan het horen.


En jij niet.


Maar dat is niet erg.

1 opmerking:

Anoniem zei

Mooi!! En heel leuk geschreven!
Grts, JB