zondag 7 juni 2009

Stem!

Stel.

Je wordt wakker om half zeven op een druilerige zondagochtend. Je staat op, poetst je tanden en al het nodige, eet een kindermelkschijfje en je flanst nog snel een fris slaatje in elkaar, voor onderweg. Je wandelt twintig minuten naar het station, en je bent ruim op tijd om je trein te halen. Alles verloopt vlotjes. Dat is 's morgens weleens andere ontbijtkoek. Je stapt in, en wacht geduldig af. Na tien minuten galmt er door de luidsprekers dat de trein wat later zal vertrekken, ten gevolge van de dienstregeling. Je maakt je geen zorgen, de trein zal zo dadelijk wel vertrekken. Je hebt vertrouwen in de dienstregeling. Nog tien minuten later klinkt er weer een luide stem, die meedeelt dat de trein waarschijnlijk niet zal vertrekken binnen afzienbare tijd, maar dat er naar een oplossing gezocht wordt. Je begint nu wel een beetje nerveus te worden, want je moet op tijd in Oostende zijn, om te gaan stemmen. Je vraagt om uitleg aan een conducteur die voorbij wandelt, en hij repliceert doodleuk dat de trein niet vertrekt. Gewoon niet. Dat je een uur zal moeten wachten. Je had uitgerekend dat je om 10u47 in Oostende zou zijn, zodat je nog genoeg tijd zou hebben om de tram te nemen naar het stembureau, dat om 13u sluit. Heel je plan valt in duigen. *paniek!* Maar niet getreurd, een uurtje wachten zou nog geen drama zijn, maar dan moet de volgende trein wel op tijd rijden. Want als je de overstap zou missen (door treinvertragingen), zou je wel eens in de penarie kunnen zitten. Je wandelt naar de loketten. Daar kijken ze je wat verveeld aan, en doen ze niet bepaald veel moeite om je verder te helpen. Je wordt doorverwezen naar de stationschef. Daar leg je alles nog eens netjes uit, en je krijgt een papiertje aangeboden dat de trein, die je normaal zou nemen, niet rijdt. Een papiertje dat van geen enkel nut is, maar het gaat waarschijnlijk om de gedachte. Je vraagt aan de stationschef naar de oorzaak van het euvel, en die zegt dat de treinbestuurders wat in de war waren met de aflossing. Je stelt nog een bijkomende, doch essentiële vraag, die luidt 'maar kan ik erop rekenen dat de volgende trein wel gaat rijden'? De stationschef antwoordt daarop: 'Ik heb geen glazen bol'. Je kan geen gevatte repliek bedenken, omdat je zo'n antwoord niet had zien aankomen. Je wandelt de deur uit en zegt 'nou, als die volgende trein niet gaat rijden, dan klaag ik u aan'. Je ochtendhumeur steekt de kop op. En je wacht.

De trein komt aan. Je hebt absoluut geen zin in de drie uur durende rit (en nog veel minder in de drie uur durende terugrit), dus je besluit de tijd door te brengen met een verkwikkend dutje. Als je half ingedommeld bent, voel je plots iemand tegen je been stampen. Hard tegen je been stampen. Je schiet wakker, plaatst jezelf in aanvalspositie, en kijkt recht in de norse ogen van een oud besje. Plaats genoeg in de trein, maar besje heeft besloten dat ze tegenover jou wil zitten, en dat je lange benen haar in de weg zitten. Je mompelt inwendig dat ze een vuile teef is, maar glimlacht vriendelijk. (Ze kan tenslotte best hard stampen, gevaarlijk om daar een confrontatie mee aan te gaan.)

In Leuven stapt het oudje af, en komt er een meisje voor je zitten. Ze smakt onophoudelijk met haar kauwgom, en zit ondertussen te telefoneren. Je kan de hele conversatie volgen. 'Ja, ik ga seffens stemmen. Ja op die ene hé, wat ik u gezegd had. En op Europees vlak op die andere, ja, je weet wel. Heb jij op degene gestemd wat je gezegd had? Jaja, die ene. Ja? Allé, dan hebt ge toch voor de goei gestemd.' Je eet bijna je eigen arm op, uit frustratie.

Omdat je ondertussen al enkele blikken cola light leeggedronken hebt, moet je dringend plassen. Je houdt niet zo van treintoiletten, maar de nood is hoog. Na een snelle wiebelplas boven het toilet (maar wel raak!), was je je handen. Plots klopt er iemand op de deur. Je roept 'bezet!' Er wordt aan de klinkt gewrongen en onophoudelijk geklopt. Je roept, ditmaal wat harder (zodat de omliggende provincies je bijna kunnen horen), 'BEZET!' en je bonkt zelf eens tegen de deur. En dan zwiert de deur open, van buitenaf. Je kijkt, verbaasd over zoveel brutaliteit, in de ogen van twee mensen, een conducteur en een man. De conducteur zegt 'ah, er zat iemand op', en loopt ongegeneerd verder. De man loopt je bijna omver als hij het toilet binnen gaat. Geen sorry? Geen sorry! Geen sorry.

Je wandelt rustig terug naar je plaats, rustig, rustig. Plots merk je dat op het inlichtingenbord te lezen valt dat de trein zo dadelijk aankomt in Brugge. Je bent net Brussel voorbij geraasd, dus dat klopt niet. Je verkneukelt je al een beetje, omdat er nu hopelijk een heleboel mensen op de verkeerde plaats gaan afstappen, zodat je niet de enige bent die een slechte dag gaat hebben. Gedeelde smart is halve smart, oh grinnik. Op een gegeven moment wandelt de conducteur weer voorbij, en komt plots de omverloopman (zie: toiletalinea) aangelopen, met een grimmig gezicht. Omverloopman zegt -op boze toon- tegen de conducteur: Brugge, dat is helemaal niet de volgende halte. De conducteur zegt: ja, dat weet ik, dat staat er fout op. Maar omverloopman geeft niet af: *woedend* ja, maar Brugge, dat is niet de volgende halte! Ik denk dat omverloopman een toek op zijn bakkes wou hebben. Wanneer de trein uit Gent (de echte volgende halte) vertrekt, en het plots wel gepast zou zijn dat er te lezen viel dat Brugge de volgende halte was, verandert het bord trouwens weer. 'De volgende halte is Heist.'

Ondertussen heeft de trein een vertraging opgelopen van zo'n 15 minuten. En de normale overstaptijd in Brugge bedraagt 10 minuten. Doemscenario's spelen zich in je hoofd af, als er plots een stem -inderdaad- door de luidsprekers klinkt met het heuglijke nieuws dat een onmiddellijke aansluiting gegarandeerd wordt voor je treinverbinding naar Oostende. Je wordt daar een beetje blij van, want nu hoef je niemand te vermoorden.

Eenmaal aangekomen in Oostende, besluit iemand de hemel open te gooien. Het regent. Het stortregent. Het giet. Je hebt geen paraplu en je hebt een wit shirtje aan. De weergoden hebben een vreemd gevoel voor humor. Wanneer je aan het stembureau toekomt, ben je er niet helemaal van overtuigd of je wel toegelaten zal worden, omdat je er niet meer als jezelf uitziet, maar als een uitgeputte, verzopen kat. Ze laten je toch binnen. Je krijgt twee reuzegrote stembiljetten en een rood kleurpotloodje in je handen gedrukt, en je stemt vol hoop en overtuiging op GROEN!. Achteraf maak je nog een spitsvondig grapje over algemene computertechnologie en digitalisering tegen de bijzitters. Ze kijken je schaapachtig en onbegrijpend aan.

Het is 12u30, en je besluit dat de dag alleen nog maar beter kan worden.



Ja. Ik denk dat ik wel kan stellen dat ik een behoorlijk positief wijf ben.

7 opmerkingen:

dM3 zei

oh, wat hou ik van je!
ik ben om 2u59 gearriveerd in tessenderlo, geen file, en de bijzitters die bijna gingen opkrassen keken me ook maar lachend aan :)

beate zei

Stemmen in Oostende?

Zoiets kan alleen maar bij u, eh. :)

elke zei

Waarom moet jij in Oostende gaan stemmen? Leg dat maar eens uit...

Liza zei

Dat was ook mijn gedacht: wat heb jij in godsnaam in Oostende te zoeken?

Lies zei

Was u dat bij de vorige verkiezingen ook niet gebeurd?

babs zei

Bij de vorige verkiezingen moest ik nog in Heusden gaan stemmen.

En waarom Oostende? Ik woon daar, hé. ;-)

Dimi, volgende keer gebruik ik uw tactiek! Andere mensen ambeteren is zoveel leuker. :-D

elke zei

ik woon daar... huhu :-D
(dat ik daar toch zelf niet op gekomen ben!)