donderdag 22 november 2007

geloof

De laatste weken word ik aanhoudelijk bestookt door ukkies met vragen en verhalen over sinterklaas. Je hebt de onwetenden, je hebt degenen die het vermoeden, je hebt er die het amper kunnen geloven, en uiteindelijk zijn er degenen die het absoluut zeker weten. De teleurgestelde snoetjes, ontrukt van hun geloof in de goed(heilig)heid. De realiteit heeft het gewonnen van de fantasie. Arme naïeve kinderzieltjes, weer een zeepbel die genadeloos doorprikt werd.

Nu zit ik zelf met een prangende vraag. Als sinterklaas al één grote leugen is, een verzinsel, een uit de hand gelopen verhaaltje, wat liegen ze ons dan nog zoal voor? Ware liefde bijvoorbeeld, is het echt? Of slechts een illusie gecreëerd om mensen zoet te houden? Waarom zouden we erin geloven, ons kwetsbaar opstellen, hoopvol zoeken naar, om uiteindelijk tot het harde besef te komen: ware liefde bestaat niet.

Mijn steevaste antwoord op 'bestaat sinterklaas?' is het volgende: 'Stél, dat sinterklaas niet zou bestaan, en dat je niet meer in zwarte pieten, paardengetrappel op de daken, mandarijntjes, guimauvekes, marsepein en nic-nacskes zou geloven. Brengt de sint dan nog cadeaus? Nee, eh. Want als jij denkt dat hij er niet is, dat hij niet bestaat, is hij er bijgevolg ook niet. Dus kan je maar beter geloven in sinterklaas. Dan krijg je ook cadeautjes van hem.'

Wat de liefde betreft, ik denk: hetzelfde.