woensdag 28 november 2007

Jim Henson's The Storyteller

Oh, those sweet childhood memories!

Deel 1.


Deel 2.


Deel 3.

bootie

Oké. Ik ben dan misschien
weer bijgekomen, 't is waar,
-een kilo of tien-
sinds augustus vorig jaar.

En het zit me niet zo best,
enkele broeken zijn te vast.
Gelukkig dat de rest
van mijn kleedjes me nog past.

Ik ben het nog niet vergeten,
ik vond mager heel erg schoon.
Toch ben ik weer gaan eten.
Nu ben ik terug gewoon.

Maar het volgende is bijzonder,
het doet me zelf wel eens verschieten,
als ik kijk naar onder:
ik heb weer borsten. Tieten!

:-)

dinsdag 27 november 2007

zielig ziek

Zakdoekjes in de aanslag en onder een fleecedekentje wegkwijnen: check!

Wat nog?

Aspirientje innemen: heb ik niet meer.
Vicks op m'n borst smeren: heb ik ook niet.
Gorgelen met zout water: te goor.
Boven een dampje gaan hangen: geen zin in.
Uien snijden voor langs m'n bed: helaas, heb geen uien meer.
Veel liefde: uhm. Tsja. Pffft.
Een kop thee met honing en rum maken: geen rum meer in huis. Zou het ook effect hebben met een flinke scheut Martini?

baby, you can drive my car.

De volgende tekst is gedateerd. Ik schreef 'm een paar maanden geleden, en vergat het te posten. Maar het is handig om even te weten hoe ik over auto's dacht. Of denk.


Ik heb geen rijbewijs. Mensen vinden het soms vreemd. Sommigen staren me met open mond aan en weten secondenlang geen zinnig woord uit te brengen dat hun plaatsvervangende schaamtegevoel kan beschrijven. Anderen gaan gillen van: 'Géén rijbewijs? Gééééén rijbewijs? Hoe kun je nou geen rijbewijs hebben op je zesentwintigste?' Nou, ik kan dat. Prima.

Dan heb je natuurlijk ook nog de mensen die me al wat langer kennen, en weten dat ik rijbewijsloos ben. Af en toe vragen ze nog wel een keertje hoopvol: én, heb je nu al een rijbewijs? Of: hoe zit het met dat rijbewijs? Alsof ze verwachten dat ik elk moment mijn roze papiertje kan tevoorschijn toveren. Nou, mooi niet.

De derde categorie zijn de mensen die mij graag persoonlijk zouden meesleuren naar het examencentrum om mij met brutaal geweld aan dat rijbewijs te helpen. Die verdomd iedere keer als ik in een auto zit vragen: wanneer ga je nu je rijbewijs halen? Voor die mensen zou ik graag mijn rijbewijs halen, echt waar, zodat ik ze zou kunnen omknallen met een truck als ze die vraag voor de triljardste keer stellen. (Bij wijze van spreken, eh. Ik ben een vredelievend meiske.)

Soit.

Ziehier: de drie grote redenen waarom ik geen rijbewijs heb.

Ik heb er geen behoefte aan.
Het is dan misschien wel handig en als je eenmaal dat rijbewijs hebt, en een auto, kan je echt niet meer zonder, en blablabla, maar ik mis het echt niet. Ik weet ook niet beter. Als ik ergens moet zijn, ga ik wel te voet (goed voor de conditie), met de bus (ook goed voor de conditie), de auto van iemand anders (schooier), of de trein (de trein is mijn vriend.) Okee, ik geef toe: soms is het een hele opgave, een rijbewijsloos leven. Het is bijvoorbeeld geen lachertje als je om 8u 's morgens ergens moet zijn, en je moet al om 7u te voet vertrekken omdat er geen bussen/treinen rijden. Het is ook geen sinecure om overal op tijd te geraken, want bij mij is het elke dag trein-tram-busdag, en die dingen werken niet altijd even goed mee. Vooral omdat het openbaar vervoer altijd te vroeg vertrekt als ik te laat ben, en andersom. Het is zelfs een retevervelend feit dat mijn schoenen snel verslijten, en frustratie alom als ik weer eens van de winkel kom, en mijn armen uitgerukt worden omdat het tenslotte onverantwoord gedrag is om zes flessen mee te zeulen, aan mijn ene arm, en aan mijn andere arm de rest van mijn boodschappen. Dan denk ik wel even: auto, auauauauauauauawwwwto. Maar anders: nooit. In de loop der jaren ben ik het wel gewend geraakt. Een autoloos leven is ànders, je vindt nieuwe mogelijkheden, je bekijkt de wereld vanuit een ander standpunt, je geniet meer van de kleine dingen. Ofzo.


Het is milieuvriendelijker.
Ik kan tenminste met een gerust geweten gaan slapen. Als het vervuiling betreft, althans.


Ik ben bang om dood te gaan in de auto.
Dat is geen ireëele gedachte, als je weet dat ik elke dag wel eens ergens tegen loop, de blauwe plekken zijn het onweerlegbare bewijs daarvan. Als ik zelfs niet kan instaan voor mijn eigen veiligheid, wat gaat dat geven als je mij in een moordwapen (lees: auto) stopt? En dan heb ik het nog niet eens over de andere wegpiraten. Ik ben als de dood dat er iemand tegen mijn auto gaat knallen. Mijn grootste vrees is dat ik tussen twee vrachtwagens kom in te zitten die al 28 uur aan een stuk aan het rijden zijn voor een hongerloon, om hun veertien kindertjes te kunnen voeden, en uitgeput achter hun stuur in slaap vallen. En dat mijn minuscule autootje verpletterd wordt, en dat ze dan op het vtm-nieuws mijn tragische ongeluk laten zien, en de mensen zullen denken: oei, dat dode kind gaat er niet schoon uitgezien hebben. En inderdaad: mijn hoofd zal van mijn lichaam afgerukt zijn, en ik zal onherkenbaar misvormd zijn, zodat ik zelfs niet in een open kist kan gaan liggen, want dat zou te schokkend zijn voor de mensen die mij een laatste groet zouden willen geven. En sociaal als ik ben, wil ik dat de mensen mij tenminste een laatste keer komen groeten, en radeloos huilen, net als in de film. Vooral de mensen die ik al een tijdje niet meer heb gezien, dat zou ik verdorie wel verwachten, als blijk van fatsoen. Maar dat gaat dan niet meer. Ik zou eenzaam en alleen en zielig en hoofdloos sterven.


Daarom heb ik geen rijbewijs. Nou goed?


Maar dus. Ik ben tegenwoordig wél aan het leren rijden. Al een maand ongeveer. (Ik moest wel, want ik moet in zowat elke uithoek van Limburg zijn voor m'n werk.) Ik heb al op parkings gereden, in strontstraatjes, op grote banen en op de autosnelweg. Een hele ervaring, voor iemand die panische angsten doorstaat bij snelheden van meer dan 30 km/u. Ik heb nog een beetje last met rijden én in mijn spiegels kijken zonder over de weg te slingeren, maar dat is slechts een klein euvel. Het schakelen gaat best goed, ik ben nog maar 24 keer stilgevallen (een klein percentage op al de kilometers die ik reeds afgelegd heb). Ik heb nog geen mensen of dieren omvergemaaid. (hout vasthouden.) Maar het went, dat autorijden. Het went snel.

Het enige wat me stoort is dat ik tegenwoordig de hele tijd m'n richtingaanwijzers wil aanzetten om af te slaan.
Als ik op de fiets zit.

vrijdag 23 november 2007

Well it's been a long time, long time now.

ARID - WHY DO YOU RUN

Add to My Profile | More Videos

Zeventien was ik. In 1998 trad er een groepje op in Leuven aan de vismarkt, tijdens marktrock. Ik was onmiddellijk ondersteboven. Ze waren de verpersoonlijking van mijn ideale muziek. Ze klonken goed, wat zeg ik: héérlijk. Ze rockten, ze zongen, ze zweefden, en ik voelde mee. Ze vulden het gemis dat Jeff Buckley had nagelaten, die een jaar eerder gestorven was. Ze waren de perfecte contrasterende aanvulling op de rest van mijn muzikale zwaarstemmige helden. Ze raakten mijn ziel, om het maar even melig te verwoorden. Van een kameraad die de cd had, kreeg ik een kopietje (in de tijd dat cassettes nog niet retro waren) na dat eerste optreden dat ik zag. Een tijd later kocht ik de cd, en ik was verkocht. Ik dweepte met Arid. Aan iedereen met oren liet ik horen hoe goed ze wel waren.

Ik ben naar honderden optredens geweest. Ik heb gelachen, gehuild, geschreeuwd, gedanst, gezongen, gezoend (en méér *wink wink*) op hun muziek. Ik heb ontelbare mooie herinneringen, dankzij Arid en de mensen die het met mij hebben meegemaakt.

En toen verdween Arid, enkele jaren geleden. Steverlinck solo was mijn ding totaal niet, dus daar scheidden onze wegen. En ik wachtte. Tot vandaag. (de single 'Words' even buiten beschouwing gelaten, naar mijn mening te soft, en veel te plat.) Het nieuwe nummertje klinkt best lekker, dus dat smaakt naar meer.

Arid is terug. De herinneringen zijn nooit verdwenen.




(Dat van hierboven is zo'n 5 jaar geleden ongeveer. Na dat optreden heb ik nog zo'n lamp meegekregen, grijns.)

lady bird

Ik was de vogel
buiten aan je slaapkamerraam
dat onherroepelijk gesloten was.
Dat zag ik niet.
Ik vloog tegen het glas
en nog eens,
en nog eens,
tot het pijn deed
en ik uitgeput en moe
dacht: hé, dat raam is toe.
En dan nog eens.



Kleine extensie: ietsje minder lieflijk poëtisch, ahum.

Ik was een vreemde eend
en jij een rare snuiter,
dat weet ik nu wel.
Nu wel.
Maar het is goed
het is helemaal oké
het is echt opperbest:
ga maar lekker naar China.
(krijg de vogelpest)
Ik vlieg hoog, ver, weg,
van jou.
Ik strek mijn vleugels,
laat me gaan,
geef mij maar lucht.
Ik ben een wilde zwaan.


donderdag 22 november 2007

geloof

De laatste weken word ik aanhoudelijk bestookt door ukkies met vragen en verhalen over sinterklaas. Je hebt de onwetenden, je hebt degenen die het vermoeden, je hebt er die het amper kunnen geloven, en uiteindelijk zijn er degenen die het absoluut zeker weten. De teleurgestelde snoetjes, ontrukt van hun geloof in de goed(heilig)heid. De realiteit heeft het gewonnen van de fantasie. Arme naïeve kinderzieltjes, weer een zeepbel die genadeloos doorprikt werd.

Nu zit ik zelf met een prangende vraag. Als sinterklaas al één grote leugen is, een verzinsel, een uit de hand gelopen verhaaltje, wat liegen ze ons dan nog zoal voor? Ware liefde bijvoorbeeld, is het echt? Of slechts een illusie gecreëerd om mensen zoet te houden? Waarom zouden we erin geloven, ons kwetsbaar opstellen, hoopvol zoeken naar, om uiteindelijk tot het harde besef te komen: ware liefde bestaat niet.

Mijn steevaste antwoord op 'bestaat sinterklaas?' is het volgende: 'Stél, dat sinterklaas niet zou bestaan, en dat je niet meer in zwarte pieten, paardengetrappel op de daken, mandarijntjes, guimauvekes, marsepein en nic-nacskes zou geloven. Brengt de sint dan nog cadeaus? Nee, eh. Want als jij denkt dat hij er niet is, dat hij niet bestaat, is hij er bijgevolg ook niet. Dus kan je maar beter geloven in sinterklaas. Dan krijg je ook cadeautjes van hem.'

Wat de liefde betreft, ik denk: hetzelfde.

woensdag 21 november 2007

nou

Dat je de hele tijd het gevoel hebt dat je zometeen niet meer kan stoppen, ergens tegen gaat knallen en op de meest gruwelijke wijze zal sterven.

Als je met de auto rijdt.

Gaat dat voorbij? Of is het meer zoiets wat wel gaat wennnen?

dinsdag 20 november 2007

en het rijmt nog ook

Niemand die weet
of er iets scheelt,
ik lach lang en breed
de wereld toe.
Je kan enkel gissen
wat er zich afspeelt
achter de coulissen
van mijn frou-frou.

woensdag 14 november 2007

all that is left is all that i hide

Jammer. Dat ik het optreden van Beirut moest missen vanavond. Ik was er graag bijgeweest. Maar ik moest werken.
Ik werk veel, de laatste tijd. Ik werk tegenwoordig meer dan ik leef. Maar ik leef dan weer wel voor mijn werk. Het is namelijk heerlijk: werken. En léven.

woensdag 7 november 2007

oudjes

Ik wil twee oude mensen wezen
van minstens zesentachtig jaar,
die hun leven bij elkaar
zitten, praten, lezen.

Ik een oude doos, jij een stijve hark,
klagende kwaaltjes met hopen.
We zullen handjes houden als we lopen
met rekjes in het park.

En als je tegen me praat
doe je dat lief en weloverwogen,
maar het zou wel wat harder mogen
in mijn hoorapparaat.

We zullen dutjes doen in bed,
elkanders naam vergeten.
We zullen gekrompen zijn en versleten,
en het is allemaal dolle pret.

Rimpels zullen we niet vermijden
als we met z'n tweeën in de zetel
samen de vergetel-
heid be....ja, euh, dinge: strijden.

Al ben ik dan dement
ik koester onze kostbare tijd,
en nooit was er spijt
van wél te weten wie je bent.

We zouden gluren achter ramen
en ik bak een lekkere taart.
Ja, ik wil erg graag bejaard,
ons hele leven samen.